Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En zij dienden hun afgoden, en zij werden hun tot een strik. 54. Zie 1 Sam.31:9, en 2 Sam.5:21. 55. Dat is, die hen ten verderve gereikt hebben, gelijk God hun voorzegd had; Ex.23:33; Deut.7:16; Richt.2:3. Het is ene manier van spreken, genomen van de vogelvangers, die de vogels met hunne strikken en netten gevangen hebbende, doden.